Gooien met speelgoed en liefdevol begrenzen
Hier in huis gooiden de kinderen regelmatig met speelgoed. Hoe vaak ik ook zei dat het niet mocht, omdat het dan kapot kon gaan of omdat iemand zich pijn kond doen. Het drong niet door en het werkte niet voor onze kinderen.
Kinderen voelen de behoefte om te gooien. Het is een vaardigheid die zij moeten leren net zoals, rennen, springen en klimmen. Ik had alleen geen zin om iedere keer boos te worden. In plaats van boos worden ging ik het volgende doen:
Ik verwees naar een optie dat wél mocht!
Sindsdien hebben we nog maar weinig gooi incidenten die uitmonden in een driftbui of kapotte spullen. Inmiddels heb ik een zin die automatisch mijn mond uitrolt zodra een van de kinderen met speelgoed gooit.
“Ik zie dat je met je speelgoed gooit. Dat mag niet, want dan kan het kapot gaan. Hier, pak maar je speelzakjes. Daar mag je mee gooien.”
En dit werkt keer op keer. Ik zet hier een duidelijke, maar liefdevolle grens.
Sensorische speelzakjes
Zo ontstond het idee voor de sensorische speelzakjes. Dit zijn kleine zakjes gevuld met een natuurlijke vulling, vergelijkbaar met een pittenzak. Het is dus zwaar en rolt of stuitert niet. Daardoor vind ik ze veiliger om in huis mee te gooien. Ze zijn gevuld met verschillende materialen en van verschillende stoffen. Daardoor voelt ieder zakje anders.
Omdat kinderen een natuurlijke behoefte hebben om te gooien, bied ik ze regelmatig een gooi activiteit aan. Hieronder deel ik 5 makkelijke gooi activiteiten die je binnen 1 minuut klaarzet.
5 makkelijke gooi activiteiten
1. Bouw een toren met bekers en gooi deze om.
2. Gooi van een afstand de speelzakjes in cirkels. Wij maken cirkels met onze Grimms regenboog, maar dit kan ook een hoepel, mandje of stapelstein zijn.
3. Gericht gooien op gekleurd papier. Zo oefenen wij de kleuren én verbeteren wij de vaardigheid gericht gooien. Ik leg 2 tot 5 verschillende kleuren op de grond en vertel op welke kleur we gaan gooien. Begin makkelijk en breid dit langzaam uit.
4. Zo ver mogelijk gooien. Wij doen dit in onze hal, die is lang en smal en er hangt weinig aan de muur. En dan kijken wie het verste kan gooien. Pak er ook een meetlint bij om samen op te meten hoe ver de speelzakjes zijn gekomen.
5. Gooien vanaf een hoogte. Laat je kind op een hoogte klimmen zoals een bank, tafel, keukentrapje of balansbord (jij bepaalt wat oké is en wat niet) en vanaf hier moeten ze een target raken. Dit kan van alles zijn. Als de zakjes op zijn moeten ze weer naar beneden klimmen en de zakjes verzamelen.
Mocht je kind toch met speelgoed gooien zet dan een liefdevolle grens en verwijs waar hij/zij wel mee mag gooien. Werkt dit nog niet, neem dan het speelgoed waar je kind mee gooit uit handen en leg het weg. Bedenk samen een gooi spelletje met speelgoed waar wél mee gegooid je kind wel mee mag gooien.
Liefs,